Welke LED-strip voeding?

Waar moet je rekening mee houden bij de keuze van de juiste voeding

Dimensionering

Hou bij de keuze van de voeding rekening met een reservemarge van 5 tot 10% in vermogen. Een voeding die altijd voor 100% belast is gaat minder lang mee.

Indien de voeding gebruikt wordt in combinatie met een PWM LED-strip sturing, gebruik dan steeds een marge van 10%.

Het verbruik van de PWM sturing is afhankelijk van het dimniveau. Hoe lager het dimniveau, hoe lager de efficiëntie van de PWM sturing.

Minimum belasting

Zorg ervoor dat de voeding steeds een minimum belasting heeft van 50%.

Goedkopere voedingen kunnen onstabiel worden bij een belasting lager dan 50%. Om knipperen van de LED-strip te voorkomen raden wij dus steeds een minimum belasting van 50% aan.

Indien zeer variabele belastingen niet kunnen uitgesloten worden, gebruik dan een voeding van het type XLG of HLG.

Verdeling vermogen

Bij het plaatsen van grote vermogens LED-strips geef je best de voorkeur aan meerdere kleinere voedingen in plaats van één grote voeding. Zie ook de minimum belasting.

Verdeel het totaal vermogen steeds over meerdere voedingen, en plaats deze zo dicht mogelijk bij de LED-strips. Dit om zware kabelsecties en spanningsverliezen te voorkomen.

Schakel nooit voedingen in parallel !

Dimmen

Een standaard LED-voeding is nooit dimbaar aan de 230V zijde. LED-strips worden steeds gedimd aan de 24VDC zijde met behulp van een PWM dimmer.

Er zijn wel dimbare LED-voedingen beschikbaar. Deze voedingen zijn dan voorzien van een PWM uitgang en kunnen gedimd worden met een 1-10V signaal of TRIAC dimmer.

Plaatsing

Plaats een voeding nooit in een kleine, volledig afgesloten ruimte. Indien de voeding te warm wordt, dan treedt de thermische beveiliging in werking en wordt de voeding uitgeschakeld. Indien meerdere DIN-rail voedingen in een elektrisch bord geplaatst worden, respecteer dan steeds een afstand van 0,5 modules tussen elke voeding.

Gebruik bekabeling

Hou bij het plaatsen van de bedrading  ermee rekening dat je op laagspanning werkt! Bij laagspanning worden hogere stromen opgewekt, de kabelsecties dienen bijgevolg groter te zijn dan wanneer je op netspanning werkt.

Bij grote lengtes of hoge vermogens is het daarom praktischer om meerdere laagvermogen voedingen te gebruiken, in plaats van één hoogvermogen voeding. Hiermee voorkom je hoge stromen en zware kabelsecties.